Voorlezen is een heerlijk momentje, even samen met je zoon of dochter. Ontspannend, fijn en gezellig zijn toch wel sleutelwoorden die bij het voorlezen horen. Maar dat niet alleen; het is ook nog eens goed voor de ontwikkeling van je kindje. Je kunt al vroeg beginnen met voorlezen, als je kindje al een paar maanden oud is. Een baby vindt het fijn om naar je stem te luisteren en het is goed voor de taal- en spraakontwikkeling en de concentratie van je kind. In dit artikel geven wij je een aantal voorleestips zodat voorlezen niet alleen leuk en gezellig is, maar ook nog eens leerzaam. Het zijn algemene voorleestips; óf en hoe je deze tips kunt gebruiken is afhankelijk van de leeftijd van je kind.
Tip 1: Ook de kaft hoort bij het boek
Het boek begint niet bij het eerste woord in het boek, het boek begint al nog voordat je het boek openslaat, bij de kaft. Bekijk samen goed de illustratie op de cover. Wat zie je? Waar denk je dat het boek over zal gaan? Bij oudere kinderen kun je ook de titel bespreken. Waar denk je waar het boek over zal gaan als je de titel leest? Ook de schrijver is van belang. Heb je al meer boeken van deze schrijver gelezen? Zo ja, welke dan? Wat vond je van die boeken?
Op deze manier kom je al een beetje in het verhaal. Boek uit? Bekijk dan nog eens de titel en de illustratie op de cover. Had je voor dat je het boek ging lezen goed geraden waar het over zou gaan?
Tip 2: Kies een vast moment en maak er een ritueel van
Voor kinderen is het goed als er wordt voorgelezen op een vast moment van de dag. Kies bijvoorbeeld een kwartier voor het slapengaan. Het is verstandig om ook af te spreken hoeveel je voorleest of hoelang je voorleest. Bij nog jonge kinderen die nog niet voor kunnen klokkijken spreek je van tevoren af dat je bijvoorbeeld drie prentenboeken leest, of een bepaald aantal bladzijdes. Bij oudere kinderen kun je een tijd instellen, bijvoorbeeld 10 minuten. Of als de grote wijzer van de klok op de 6 staat.
Door van tevoren afspraken te maken is voor een kind duidelijk wanneer het voorlezen is afgelopen.
Tip 3: Lees rustig voor
Je doet het zonder dat je er zelf erg in hebt. Je tempo is echt veel te snel wanneer je voorleest en zonder dat je er erg in hebt is het voor je kindje niet eens meer te volgen. Lees in een langzaam tempo voor, voor je gevoel zelfs té langzaam. En neem eens een voorleessessie op met je telefoon en luister het voor jezelf na. Zo hoor je zelf ook heel goed of je wel of niet te snel voorleest.
Tip 4: Moeilijke woorden? Leg ze uit!
Staan er in het verhaal moeilijke woorden die je kind nog niet begrijpt? Leg die woorden uit. Spreek ook af met je kind dat als hij/zij een woord hoort waarvan hij niet weet wat het betekent hij/zij dat gewoon tussendoor mag vragen. Op deze manier wordt de woordenschat van je kind vergroot.
Tip 5: De illustraties horen ook bij een boek
Ook de illustraties horen bij het verhaal. Bekijk en bespreek deze samen met je kind. Wat zie jij? Waarom past deze illustratie zo goed bij het verhaal? Vind je het plaatje mooi of niet mooi?
Tip 6: Gebruik verschillende stemmetjes
Je kunt het voorlezen nog spannender maken door stemmetjes te gebruiken. Geef de hoofdpersonen verschillende stemmetjes. Speel ook met hoge en lage stemmen, harde en zachte stemmetjes. Of lees sommige stukjes iets sneller voor en spannende stukjes weer wat langzamer. Laat ook emotie doorklinken in je stem. Speel boos als een persoon boos is, en blij wanneer het blij is. Door dit te doen wordt het verhaal nog echter en spannender.
Tip 7: Stel vragen
Blijf door het boek heen vragen stellen aan je kindje. Wat denk je wat er nu gaat gebeuren? Hoe zal het aflopen? Hoe komt het dat …? Hierdoor leert het kind na te denken over het verloop van het verhaal en het is goed voor het begrijpend lezen.
Tip 8: Herhalen
Je peuter komt al voor de honderdste keer met hetzelfde boekje aanlopen. Jij bent het boek al beu en kunt het verhaal dromen. Je peuter is het boek zeer zeker nog niet beu. Herhaling is juist goed voor het geheugen van het kind. Speel ook hiermee; laat je kindje bijvoorbeeld steeds de laatste woord van een zin afmaken. En je zult zien; op een dag zit je kindje op de bank met het boek en ‘leest’ het hele boekje aan jou voor.
Tip 9: Napraten
Is het boek uit? Stel vragen over het boek aan je kind. Waar ging het over? Wat vond je leuk, of juist niet leuk? Had je gedacht dat het zo zou aflopen? Door vragen te stellen over het boek leert een kind goed na te denken over het verhaal en wellicht kun je er ook nog een wijze les uit halen.
Tip 10: Plezier
Plezier is het sleutelwoord; heb vooral plezier tijdens het voorlezen. Als jij dat hebt, dan zal je kind het van je overnemen en zal het later zelf heel veel boeken gaan verslinden.
