Deze 10 termen worden op de basisschool gebruikt!

Door Marieke
Dit zijn de meest voorkomende termen van de basisschool

Cito, luizenmoeder, AVI, Studiedag, IB-er, RT-er; duizelt het je nu al? Als je kind nog maar net op de basisschool zit duizelt het je al snel van de termen die je voorbij hoort komen; vakjargon. Toch is het belangrijk om op de hoogte te zijn wat bepaalde termen nu precies betekenen. Daarom zetten we in dit artikel de 10 meest voorkomende termen voor je op een rij en vertellen we je precies wat het betekent.

Studiedag

Begin het schooljaar ontvang je een jaarkalender waarop de belangrijkste gebeurtenissen vermeldt staan. Zo weet je precies wanneer de vakanties zijn, wanneer het Sinterklaasfeest, paasfeest, kerstfeest etc. gevierd wordt, wanneer groep 8 op kamp gaat en nog veel meer. De dagen die voor jouw kind(eren) van toepassing zijn kun jij alvast in je agenda zetten. Maar dan komt het; er staat ‘kinderen vrij ivm studiedag’ op de jaarplanning. Niet één keer, maar wel een keer of vijf. Belangrijk is om deze goed in je agenda te vermelden. Je zult de eerste ouder niet zijn die op een ochtend netjes bij school staat om de kinderen te brengen en er vervolgens achter te komen dat het een vrije dag is. Een studiedag is kort gezegd een bijscholingsdag voor de leerkrachten. Ook zij moeten zich natuurlijk blijven ontwikkelen en scholing krijgen.

Werk je op die dag en heb je een oppasprobleem? Veel BSO’s bieden op zo’n dag extra uren aan zodat jij je kind naar de BSO kan brengen.

Luizenmoeder

En dan krijg je een mail van de leerkracht. ‘Wie wil er de eerste maandag na de vakantie luizen controleren? We zoeken 2 luizenmoeders.’ Luizenmoeder? Een luizenmoeder controleert na elke vakantie de kinderen op luizen. Daarmee wordt vaak een enorme luizenplaag op een school voorkomen. Een supernuttige taak dus. En als je het met een paar ouders doet, dan is in een half uurtje de hele klas weer gecontroleerd op luizen.

Hulpouders

Hulpouders, dat kan iedereen zijn. Iedereen kan zijn steentje bijdragen in de school. De ene keer is het als luizenmoeder, de andere keer ga je mee naar de kinderboerderij. Op een volgend moment kun je helpen met sportdag en aan het eind van het schooljaar zijn er veel ouders nodig voor een grote schoonmaakbeurt. Hulpouders; de school kan niet zonder ze. Ook jij kunt op jouw manier als hulpouder een steentje bijdragen. Er komen regelmatig oproepen voorbij waarvoor de leerkracht een aantal hulpouders vraagt.

Lees ook: Hulpouders op school; dit kun je allemaal doen

Cito

Een CITO-toets. Een van de termen die je vast en zeker voorbij ziet komen als je school werkt met CITO-toetsen. Nee, niet alleen in groep 8 maken kinderen een CITO-toets, dat begint al in groep 3. Cito-toetsen zijn algemene, landelijke toetsen die gemaakt zijn door een instituut. De uitslagen van deze toetsen geven de leerkracht informatie of de lesstof van het afgelopen half jaar goed is overgekomen bij kinderen. Aan de hand van deze toetsen kan een leerkracht ook bepalen wat een kind al heel goed kan en waar het nog extra hulp bij nodig heeft. De Cito-toetsen worden doorgaans in januari en juni afgenomen. In die periode worden er ook meerdere toetsen afgenomen; zo heb je er één voor begrijpend lezen, voor rekenen, spelling, de drie minuten toets en woordenschat.

AVI

In groep 1 zal je kindje er nog niet mee te maken hebben, maar in groep 3 zul je de term AVI-niveau veelvuldig horen. AVI-niveau staat voor het leesniveau van de kinderen en leesboekjes zijn op dat niveau afgestemd. Een beginnende lezer start in AVI-start en gaan vervolgens door naar AVI M3, E3, M4, E4, enz. M3 staat hierbij voor Midden groep 3, en E3 staat voor Eind groep 3. Het AVI-niveau wordt ook regelmatig getoetst en aan de hand daarvan kan de leerkracht bepalen op welk niveau er boekjes gelezen kunnen worden. Dus als een kind tijdens de toets niveau M3 gehaald heeft, dan mag het E3 oefenen en boekjes van niveau E3 lezen. Als je kind halverwege groep 3 zit en heeft AVI M3 gehaald, dan loopt het dus keurig op schema.

LVS

LVS staat voor Leerling Volg Systeem. In dit systeem worden prestaties van een kind, een groep en de school bijgehouden. Alle niveaus van CITO-toetsen, cijfers van methodetoetsen, verslagen van de gesprekken met de leerkracht en alles wat niet vergeten mag worden en belangrijk is voor de overdracht in bijgehouden. Er zijn verschillende Leerling Volg Systemen op de markt en een school mag zelf kiezen welke ze gebruiken. Door gebruik te maken van zo’n systeem kun je goed de ontwikkeling van een kind blijven volgen.

Tienminutengesprek en omgekeerd tienminutengesprek

Twee of drie keer per jaar krijgen kinderen een rapport mee naar huis. In de weken daarna volgt er de zogenaamde tienminutengesprekken. Tijdens zo’n gesprek, die 10 minuten duurt, kun je de leerkracht vragen stellen over hoe het met je kind gaat op school en over het rapport. Het is niet de bedoeling dat je al je vragen moet opsparen voor als er weer een keer tienminutengesprekken zijn. Is er wat aan de hand met je kind, heb je dringende vragen, zorgen of wat dan ook, maak dan gelijk een afspraak met de leerkracht.

Veel scholen hanteren aan het begin van het schooljaar ook de omgekeerde tienminutengesprekken. Ook een van de termen waarvan je denkt; ‘hé wat betekent dat.’ Dan is het niet de bedoeling dat de leerkracht vertelt over hoe het met je kind gaat op school. Het is de bedoeling dat je de leerkracht een kijkje geeft in hoe je kind thuis is. Jij mag dus over je kind vertellen zodat de leerkracht ook komt te weten over de thuissituatie en hoe je kind thuis is.

VSO, TSO en BSO

VSO staat voor voorschoolse opvang en wordt vaak buiten de school georganiseerd. Op de dagen dat jij moet werken en je het niet redt om je kind zelf naar school te brengen, dan kun je je kind naar de VSO brengen. Vaak is een VSO inpandig.

Op een aantal scholen is er ook nog de TSO, dat staat voor Tussenschoolse opvang. De scholen die geen continurooster draaien hebben tussen de middag een pauze van een uur of 5 kwartier. Je kunt je kind ophalen om thuis een boterhammetje te eten, maar je kunt je kindje ook een lunchtrommeltje meegeven en het op school laten overblijven. Ideaal voor werkende ouders of als je wat verder van school weg woont.

Als laatste is er de BSO (buitenschoolse opvang, soms ook wel NSO genoemd, naschoolse opvang). Kinderen van werkende ouders kunnen na schooltijd naar de BSO. Daar worden de kinderen opgevangen en vermaakt totdat papa of mama het kind komt ophalen. Op veel scholen is een BSO aanwezig.

IB-er

De IB-er is een Inter Begeleider. Als kinderen niet goed kunnen meekomen op school, of juist heel erg slim zijn en uitdaging nodig hebben, of er zijn gedragsproblemen, dan wordt de IB-er ingeschakeld om mee te kijken en de leerkrachten en het kind te begeleiden om zo de extra aandacht te geven die het kind nodig heeft. Ook ouders worden hier bij betrokken in gesprekken. Als nodig weet de IB-er ook alle lijntjes naar instanties buiten de school.

Een IB-er is in dienst van de school.

RT-er

Dan heb je ook nog een RT-er, een Remedial Teacher. En RT-er kan kinderen uit de klas nemen en extra begeleiding zijn waar nodig. Er kinderen die moeite hebben met lezen en zo kan een RT-er een half uurtje extra oefenen met lezen met het kind. Een ander heeft juist weer moeite met een bepaald onderwerp met rekenen. Een RT-er kan ook met een klein groepje aan de slag van kinderen die met dezelfde dingen moeite hebben.

Er zijn ook kinderen die juist extra uitdaging nodig hebben omdat ze slim zijn en veel wat in de klas wordt aangeboden te makkelijk is. Ook zij kunnen aan de slag met een RT-er en daar de extra uitdaging krijgen.

Een RT-er is in dienst van de school.

Welke termen kende jij al voordat je de eerste stappen in de basisschool zette? En welke termen kende je nog niet?

Lees ook: Schoolvakanties 2020/2021; en hoe zit het nu precies?
Lees ook: De eerste schoolweken; zo ga je om met een prikkelbaar kind

You may also like

Laat een reactie achter

%d bloggers liken dit: